Het bodemleven

Wormen en andere grotere organismen breken dood organisch materiaal in kleine stukjes en zorgen voor een betere zuurstoftoe- en waterafvoer in de bodem.

Wormen en andere grotere organismen breken dood organisch materiaal in kleine stukjes en zorgen voor een betere zuurstoftoe- en waterafvoer in de bodem.

Wisselwerking

De meest voorkomende organismen die we met het blote oog kunnen waarnemen zijn regenwormen, aaltjes, springstaarten, mijten en duizendpoten. Heel veel micro-organismen, zoals bacteriën, actinomyceten (symbiotische bacteriën met een aantal schimmelachtige kenmerken), mycorrhiza (symbiose tussen schimmels en plantenwortel) en protozoën (ééncelligen) zijn voor ons niet zichtbaar.

Ieder organisme heeft zijn eigen ‘taak’ in de bodem en samen zorgen ze voor de bodemstructuur. Ze veroorzaken holtes voor het noodzakelijke zuurstof en zorgen voor de afbraak van dood organisch materiaal.

In de bodem vind een wisselwerking plaats tussen plantenwortels en bodemleven. Het bodemleven biedt plantenwortels bescherming tegen ziekten en assistentie bij de opname van voedingselementen. Voor hun energie zijn ze op hun beurt weer afhankelijk van restanten aan suikers in het organisch materiaal of van de door plantenwortels uitgescheiden suikers.
Zonder de genoemde micro-organismen kunnen planten zich niet goed ontwikkelen en ontstaat er groeistagnatie. Planten verkleuren door gebrek aan voedingsstoffen en gebreksziekten zijn daarvan een gevolg. Ze worden daardoor weer gevoeliger voor schimmels en insectenplagen.

Gebrek aan bodemleven

Het bodemleven varieert per ± 10 cm diepte en gaat dood als de omstandigheden veranderen. Gebrek aan bodemleven kan ontstaan door:

  • het langdurig onder water staan van grond
  • diepspitten of keren van de grond
  • het uitgraven (vaak bij nieuwbouw) van de grond en deze later terugbrengen, waarbij de toplaag onder komt
  • zuurstofgebrek door het vastrijden of -lopen van de grond
  • bodemontsmetting (dat gebeurt vaak bij tuinbouwbedrijven)
  • het gebruiken van veel potgrond (dat steriel is) zorgt er voor dat het bodemleven zich niet kan ontwikkelen
  • ook het gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen heeft een negatieve invloed op het bodemleven.

Het herstellen van een perceel grond waaruit het bodemleven verdwenen is, vergt op natuurlijke wijze zo’n drie jaar! Bacteriën hebben immers geen pootjes. Bij gebrek aan bodemleven en daardoor aan een goede structuur, ontstaat een negatieve groeispiraal. Om dit te veranderen in een positieve groeispiraal, moeten we de structuur verbeteren, micro-organismen enten en organisch materiaal toevoegen.

Voor professionele ondersteuning bij bodemverbetering kun je terecht bij een aantal Wilde Weelde-bedrijven.

Tekst: Ruud Snijders van Innogreen

Lees ook:
Zuurgraad van de bodem
Structuurverbetering bodem
Wormen

Bemesting voor gezonde groei