De favoriete bloem van

Manos Verdes

‘Wil je een stukje schrijven over je favoriete bloem?’ Ja natuurlijk wil ik dat. En dan paniek, ik kan niet kiezen, ik houd van zoveel bloemen. De liefde begon al jong, geboren en getogen in het Westland, war alle tuinen er hetzelfde uit zagen. Een strak gazon omringd door een keurige border. In de winter kale aarde. Alles wat buiten de border groeide werd zorgvuldig om zeep geholpen. Dat vond ik verschrikkelijk. Als kind mocht ik de vogelkooi verschonen, het oude zaad had ik in een stukje border gegooid. Tot mijn grote verbazing groeiden daar ineens allemaal gele bloemen, waarschijnlijk koolzaad. Ik smeekte mijn ouders of ik een groter stukje mocht voor nog meer bloemen. Helaas, hoe vaak ik ook probeerde, het mocht niet, de tuin moest netjes blijven. Maar die gele bloemen hebben het zaadje geplant voor mijn liefde voor het vak. Zodra ik bloeiend koolzaad zie voel ik me weer een heel blij meisje. Na wat omzwervingen herontdekte ik zo’n 20 jaar geleden mijn passie. Die werd in eerste instantie aangewakkerd door de pioenroos. Wat een plant! Heb je hem wel eens jaarrond echt bestudeerd? In het voorjaar komen de rode punten al vroeg en heel brutaal boven de grond. Rap groeit zij door tot een plant van formaat en in juni komen de bloemen. Er zijn weinig planten die met zoveel grandeur hun bloemen openen. Dan zijn er nog soorten die tijdens de bloei van kleur veranderen. Zo begint de Paeonia ‘Coral Charm’ met een knalroze knop, om bij het openen te verkleuren naar oranje en te eindigen als witte bloem. Typerend voor de pioenroos is ook dat de bloem als een stortvloed al haar blaadjes laat vallen. Een echte dramaqueen. Ook de plant zelf zakt in de herfst helemaal in. Daar waar andere uitgebloeide bloemen nog fier overeind blijven, stort zij zich echt ter aarde om zich vervolgens helemaal ondergronds terug te trekken voor de winterrust. Wat een verbintenis met de seizoenen.
Dahlia 'Cafe au Lait' (dinnerplate)
Dahlia ‘Cafe au Lait’ (dinnerplate)
Naast mijn liefde voor de pioenroos ben ik de afgelopen jaren weer helemaal verliefd geworden op de Dahlia. Geen inheemse plant, maar hij komt al wel sinds 1615 in Europa voor. Het Dahlia-virus is erg besmettelijk. Je vindt ze in steeds meer tuinen terug. Ook in de tuinen van Museum Voorlinde, ontworpen door Piet Oudolf. Hij past met name de enkelbloemige soorten toe, die zijn ook aantrekkelijk voor insecten. Mede door de invloed van Instagram is de Dahlia steeds meer een hype geworden. Momenteel zijn er al meer dan 60.000 soorten. Welke ik de mooiste vind, weet ik niet, er zijn zoveel kleuren en vormen. Dit jaar focus ik me op de Diner plates”. De bloemen kunnen wel 20 cm groot worden. Het is ook een erg makkelijke plant. Zet hem in de grond en je hebt er relatief weinig onderhoud aan. Vergeet hem alleen niet uit de grond te halen voor de winter. Hij kan niet tegen vorst. Tekst en foto’s: Joost van der Spek Manos Verdes