2015, het jaar van…

Foto: De onderzoekslocatie in rood licht. Muizenogen zijn minder gevoelig voor licht met een langere golflengte, zoals rood licht.  Hans Zijlstra, Kennislink

Foto: De onderzoekslocatie in rood licht. Muizenogen zijn minder gevoelig voor licht met een langere golflengte, zoals rood licht. Hans Zijlstra, Kennislink

het Licht

Unesco en de VN hebben 2015 benoemd tot het Internationale jaar van het licht. Een jaar lang is er wereldwijd aandacht voor de rol van licht in het leven van mensen, dieren en planten. Duurzaamheid, bewustwording, licht in natuur, wetenschap, kunst en cultuur staan centraal in tal van activiteiten in 2015. In deze column wil ik de invloed van licht op natuur ‘belichten’.

Waarom dit jaar?

Het is 1000 jaar geleden dat dat de Arabische pionier van de optica Ibn Al-Haytham zijn werk deed (1015), het is 200 jaar geleden dat Augustin Jean Fresnel in Frankrijk de theorie van licht als golf introduceerde (1815), 150 jaar geleden dat James Clerk Maxwell in Engeland de elektromagnetische theorie van licht beschreef (1865), 100 jaar geleden dat Albert Einstein zijn algemene relativiteitstheorie – waar licht een belangrijke rol in speelt – formuleerde (1915) en 50 jaar geleden dat de kosmische achtergrondstraling werd ontdekt (1965).

Licht op natuur

Dat licht enorme invloed heeft op de mens en de natuur is geen nieuws; blauw beeldschermlicht verstoort je dag- nachtritme en ik leerde op school bij Biologie al dat de bladeren van een kastanjeboom vlakbij een lantaarnpaal later verkleuren in de herfst dan de bladeren van een boom ver van het licht.

Vogels worden soms aangetrokken door lichtbronnen. Een bekend voorbeeld is dat van trekvogels die ’s nachts uit koers raken door de lichtbundels van vuurtorens. Onderzoekers van de Wageningen Universiteit zijn in 2011 gestart met een onderzoek naar de invloed van licht op het gedrag en de gezondheid van diersoorten.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in de natuur; op acht locaties aan de bosrand zonder kunstlicht zijn vier lantaarnpalen geplaatst op steeds 200 meter afstand van elkaar. De plekken liggen op enige afstand van menselijke bewoning, waardoor je ongestoord de dieren kunt observeren. Nestkasten werden opgehangen om de invloed van bepaalde lichtsoorten op het broedgedrag van sommige vogels te onderzoeken.

Wat heeft het onderzoek al opgeleverd?

Er zijn voorzichtige resultaten. Koolmezen broeden bij voorbeeld eerder onder invloed van groen en wit licht. Het bijzondere is dat een jaar later, in het warme voorjaar van 2013, er geen verschil was in broedgedrag. De hogere temperatuur veroorzaakte al dat de vogels eerder gingen broeden. De broedsels waren wel wat lichter dan bij broedsels zonder nachtlicht.

Bosmuizen zijn nachtdieren en zijn minder actief als het licht is. Ze mijden licht om niet ontdekt te worden door roofdieren. Bosmuizen verspreiden zaden van grassen en kruiden en ze zorgen dus indirect voor de verspreiding van planten. Als zij ’s nachts minder in actie komen kan dit op lange termijn gevolgen hebben voor de variatie in planten en het gehele ecosysteem.

Vleermuizen reageren op het licht omdat ze insecten vangen die rond de lampen vliegen. Zij hebben dus voordeel bij licht. Maar welke invloed heeft dat op de soortenrijkdom en de verspreiding van de insecten? En wat betekent dat op termijn voor het gedrag van de vleermuizen?

Het onderzoek zal nog zeker twee jaar duren. De onderzoekers richten zich niet alleen op individuele soorten maar willen de gevolgen van kunstverlichting op het gehele ecosysteem met planten en dieren in beeld brengen. Voorlopig houd ik mijn tuin dus maar zo donker mogelijk.

Gerdien Griffioen Tuinadvies

bron: Kennislink