2015, het jaar van…

het eekhoorntjesbrood

Tot laat in de herfst kun je eekhoorntjesbrood vinden op vaak van oudsher bekende lanen. Ze verschijnen meestal met meerdere, soms zelfs tientallen of nog meer, exemplaren bij elkaar. Het eekhoorntjesbrood is een boleet (Boletus edulis sl). De toevoeging sl. geeft aan dat er meerdere soorten zijn.

De hoed van het Gewoon eekhoorntjesbrood heeft een doorsnede van 8 tot 30 centimeter. De hoedkleur is bij jonge exemplaren wit tot bleekbruin; bij veroudering is dit toenemend hazelnootbruin met witte rand. De gaatjes (poriën) zijn bij jonge exemplaren nog wit; bij veroudering verkleuren ze langzaam geel tot olijfgroen. Bij druk verkleuren ze niet tot zwak blauw. Het vlees is wit met een aangename geur; de smaak is mild en nootachtig.

De steel van de jonge exemplaren is buikig; later wordt hij min of meer cilindrisch tot dik en buikig. Het bovenste deel van de steel is bleekbruin met een wit netwerk; het onderste deel is wit met soms ook een doorlopend wit netwerk. Eekhoorntjesbroden leven in symbiose met beuken, eiken en in mindere mate met dennen. In de duinen kun je eekhoorntjesbrood ook aantreffen bij wilgen. Ze vormen mycorrhizae met de haarwortels van deze bomen. Ze worden overwegend gevonden in min of meer schrale lanen op zwak zure zandige of lemige bodems.

Omdat weg- en laanbermen veel voorkomen in Nederland wil De Nederlandse Mycologische Vereniging graag weten waar het Gewoon eekhoorntjesbrood zoal voorkomt. Mede daarom is het Gewoon eekhoorntjesbrood uitgeroepen tot paddenstoel van het jaar 2015. Meldingen over vindplaatsen kun je dus doorgeven( met foto) aan waarnemingen@paddestoelenkartering.nl. Er is ook een brochure gemaakt over het beheer van de laan- en wegbermen. Deze is gratis te downloaden op de site van de mycologische vereniging. De brochure geeft onder meer tips voor beheerders.

Eekhoorntjesbrood( Porcini, It. of Cepes, Fr.) is heel smakelijk. Je kunt ze gerust plukken en gebruiken voor een heerlijke risotto. Op mijn wandeling over het Dashosterpad bij Scherpenzeel kwam ik ze tegen, maar ze waren helaas al wat vergaan. Daarom heb ik toch maar weer een zakje gedroogde Porcini gekocht.

Gerdien Griffioen

Gerdien Griffioen Tuinadvies