2015, het jaar van …

Asplenium ruta-muraria, foto Emiel Versluis

Asplenium ruta-muraria, foto Emiel Versluis

de muurplanten

Muurplanten staan dit jaar centraal bij Floron, de stichting die met behulp van vrijwilligers inventarisaties uitvoert naar de verspreiding van wilde planten, gegevens verzamelt, advies uitbrengt aan gemeentes en de overheid over het behoud van soorten die bedreigd worden met uitsterven. In het jaar van de muurplanten wil Floron burgers stimuleren om mee te werken aan inventarisaties van muurplanten. Floron adviseert gemeentes bij restauratiewerkzaamheden. Zo zijn in Utrecht bij voorbeeld varens gered door delen van muren waar de planten op groeien te behouden en het metselwerk eromheen te restaureren.

Muurplanten zijn planten die groeien op plaatsen met een extreem milieu: vochtige, voedselarme muren maar ook droge zonnige muren met verweerde stenen. Daartussen vinden een 40-tal planten een groeiplek.

De afgelopen decennia zijn deze planten in aantal en soortenrijkdom achteruitgegaan. De reden daarvoor is vooral gelegen in het feit dat bij restauratie van oude muren de planten vaak als ’rommel’ worden weggegooid of -geschraapt. Ook hier is het netheidsdenken er de reden van dat muren gerenoveerd worden door ze bij voorbeeld netjes schoon te spuiten en opnieuw te voegen met harde metselspecie. En dat is jammer want hiermee wordt biodiversiteit verkleind en verdwijnen de veelal zeldzame muurvarens en planten.

De muurplanten zijn enerzijds varens, anderzijds wilde planten die zich kunnen handhaven onder extreme omstandigheden.

Successie

De successie die op muren optreedt bestaat uit het ruwer worden van de stenen onder invloed van warmte, droogte en regen en vorst. Zijn de stenen eerst nog glad en is het voegsel basisch met een hoge PH door de kalk in het cement, in de loop van tientallen jaren worden de voegen zuurder, de kalk spoelt langzaam uit, er ontstaan kleine spleten en holletjes in de stenen waar vooral de kleine mosjes als het Muursterretje (Tortula muralis), Gewoon zijdemos (Homalothecium sericeum), Muursnavelmos (Rhynchostegium murale) en Gewoon muisjesmos (Grimmia pulvinata) zich als eerste (sporen-) planten vestigen.

Van de hogere vaatplanten zijn Muurvaren (Asplenium ruta-muraria) , Muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis) algemeen voorkomende soorten, die als een pionier verweerde muren koloniseren. Ook de zeldzamere en beschermde Gele helmbloem (Pseudofumaria lutea) koloniseert in dit stadium muren. Tongvaren en Steenbreekvaren komen in een iets later stadium voor wanneer de muur verder is verweerd en zuurder is geworden.

Muurbloem (Erysimum cheiri), Klein glaskruid (Parietaria judaica) en Plat beemdgras (Poa compressa) komen voor op stikstofrijke, warme en zonnige plaatsen. Tongvaren (Asplenium scolopendrium) en Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) vind je daarentegen op min of meer vochtige en niet zuidwaarts gerichte kalkhoudende muren.

Een van de meest zeldzame muurplantencombinaties tref je aan op mergelmuren in Maastricht. De gele muurbloem(Erysimum cheiri) komt daar samen voor met het stengelomvattend havikskruid.(Hieracium amplexicaule).

Onder de varens is de tongvaren( Asplenium scolopendrium) de meest bekende. Deze varen doet het steeds beter in ons klimaat nu de winters warmer zijn en ze dus minder vorstschade oplopen. De muurvaren (asplenium ruta muraria) komt het meest voor. Dit kleine varentje kan op een moskussentje groeien zoals ik laatst zag bij een muurtje van een kerkhof in een dorpje in de Ardennen, maar ook direct uit een spleet in de muur tevoorschijn komen.

Mocht je eens een oude begroeide muur aantreffen bij een opdrachtgever, ga dan na hoe je de planten kunt behouden als de muur gerestaureerd moet worden. Bij www.floron.nl vind je meer informatie. In de loop van dit voorjaar komt Floron met een zoekkaart om mensen te stimuleren de planten te gaan inventariseren.

Gerdien Griffioen